In vorige verhalen en via mijn social media konden jullie al kennis maken met mijn oogappels. Twee daarvan zijn geadopteerd uit het buitenland. Om de discussie over of adopteren uit het buitenland nu wél of niet ethisch verantwoord is, te vermijden, duik ik graag meteen in hun opvoeding.
Mijn twee teefjes zijn nooit naar de hondenschool geweest maar kennen toch commando's. Niet door klassieke training, wel door gewoonweg jaren met mij samen te leven... waardoor conditionering AUTOMATISCH optreed.
We onderschatten onze honden eigenlijk veel te veel! Ze leren ontzettend snel, gewoonweg door intens met ons samen te leven. Hoe we ons voelen, waar we gevoelig aan zijn, waar onze verwachtingen en onze grenzen liggen. Hoe komt het dan dat we zo hard inzetten op die training? Vertelt dat niet meer over hoe wij willen dat ze functioneren?
Hoe ik het ook wil draaien en keren, ik was veel milder in de opvoeding van mijn adoptiehonden dan in die van mijn "Belgische hond". Bij die laatste had ik iets te bewijzen als "hondentrainer". Wat blijkt nu, jaren later, dat mijn adoptiehonden eigenlijk veel beter in staat zijn om met hun omgeving om te gaan dan mijn niet-geadopteerde en "goed getrainde" hond. Dat triggerde heel veel vragen in mijn hoofd!
Natuurlijk spelen hun levenservaringen, genetica / afkomst, karakter & persoonlijkheid een heel sterke rol! Toch blijft het frapant hoe weinig moeite ik moet doen om met hen samen te leven. Dus heb ik mijn adoptiehonden onderworpen aan een kwaliteiten- en frustratielijstje op gebied van interactie met mij en de wereld:
Geadopteerde berghond (slechts 8 weken in het buitenland geleefd als straathond):
Sterktes: wandelt met me mee aan de leiband zonder trekken, kan los lopen, negeert kinderen en alles wat heel intens is (bv. puppy's, wat drukkere honden/mensen, ...), helpt me mee in de zaak (vooral bij honden die het moeilijk hebben met andere honden), heel erg rustig in huis, kan met katten.
Frustraties: enorm waakzaam, blaft op eigen territorium / auto, niet zo speels, is zeer gefocussed op wat er op mijn bord ligt, als pup veel putten gegraven en de vuilbak frequent leeggehaald.
Geadopteerde jachthond (1,5 jaar in het buitenland geleefd als straathond en in een opvangcentrum):
Sterktes: wandelt met me mee aan de leiband zonder trekken, is heel lief met kinderen, speels met andere honden, heel rustig in huis, geeft veel affectie aan ons, kan met katten.
Frustraties: kan niet loslopen (jachtinstinct te sterk), moet in de gaten gehouden worden als er kippen of konijnen in de buurt zijn want ontsnapt dan, heeft een allergie voor harde geluiden, blaft nieuwe honden weg in de eerste 10 minuten (daarna fijne interactie), durft opspringen, als puber veel putten gegraven.
Als we de lijstjes doornemen, valt het als snel op dat al mijn frustraties te maken hebben met NORMAAL HONDENGEDRAG, zeker wat hun afkomst / ras betreft.
Als mens hebben we een enorme drang om gezien en gehoord te worden, exact zoals we zijn. Aanvaard, gesteund en gedragen worden door anderen vormt een belangrijke basis voor ons ontwikkelingsproces. Toch vinden we het moeilijk om dat ook toe te passen op de dieren (én zelfs de mensen) waar we mee samenleven...
Ik nodig jullie allemaal uit om ook jouw lijstje op te maken... Wat zijn de kwaliteiten van je hond en waar liggen je frustraties. Zijn die frustraties gerelateerd aan normaal hondengedrag? Dan wordt het misschien tijd voor ACCEPTATIE? Want na die acceptatie komt er weer ruimte voor hoe jullie het samenleven nog beter kunnen invullen.
Zit je nog met vragen? Even mailen naar info@wablaf.be.
Comments