top of page

Lieve kleine pup

  • Foto van schrijver: Annelies
    Annelies
  • 11 okt 2024
  • 8 minuten om te lezen

Ergens midden september zat ik tussen 4499 andere mensen te luisteren naar de 80-jarige trauma-expert, arts en auteur - Gabor Maté. Wie hem of zijn werk kent, begrijpt waarom ik dit link aan het samenleven met / en opvoeden van honden. Ik wil vandaag met jullie delen waarin ik echt geloof, als het gaat over de allerkleinsten.


Trauma en de link met ontwikkeling


Als ik het kort even mag hebben over trauma, dan is trauma niet iets wat ons of onze honden overkomt maar iets wat binnenin gebeurd, het is een wonde (zoals Dr. Maté het zelf omschrijft). Wanneer een hondje een fysiek verlies ervaart zoals 'het verlies van zijn moeder of nestgenootjes', vertaalt dat verlies zich met een biologische impact. De emoties en de biologie van een hond kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Met anders woorden, emotioneel verlies creëert manipulaties in het fysieke systeem van de hond.


En het fysieke systeem van een hond is op die jonge leeftijd van 8 tot 10 weken vooral gefocust op hersenontwikkeling - de socialisatiefase genoemd.

Wat hier nog interessant aan is, is dat het brein van onze hond niet genetisch geprogrammeerd is. De potentiële ontwikkeling, het traject (oftewel: welke circuits op welk bepaald moment zullen ontwikkelen) staat wel klaar, geprepareerd als het ware...


Maar HOE die zullen ontwikkelen - welke systemen in de hersenen overheersend zullen zijn, hoe succesvol die circuits zullen verbinden met elkaar - wordt beïnvloed door de interactie van die hond met zijn omgeving. En de meest vormende factor daarin is de emotionele relatie met de moeder of in ons geval, de surrogaatouders. Jij of je partner, jij en je partner, je kinderen...


Enkele voorwaarden die de groei van die emotionele relatie ondersteunen:


  • Emotionele beschikbaarheid van de hondenouders

  • Consistente beschikbaarheid van de hondenouders

  • Hondenouders die responsief zijn naar de hond toe

  • Hondenouders die zelf niet in survival-modus zitten


De overmatige behoefte aan aandacht in de puberteit kan daarmee een rechtstreeks gevolg zijn van het gebrek eraan tijdens de eerste levensfase. Maar naast afwijkingen in gedrag zien we ook veel fysieke aandoeningen opduiken vlak na die fase: aanhoudende diarree, immuniteitsziekten, allergieën, intoleranties, ontstekingen van de oren - de darmen - de maag. De meeste klachten ontstaan tussen de 3de en 6de levensmaand (14 weken - 24weken).


Het is ook de periode waar we vaak spreken van 'verlatingsangst', een wonde dat volgens mij in heel wat honden aanwezig is door de scheiding tussen pup en moederteef en versterkt wordt doordat we diezelfde pup zo snel mogelijk alleen achterlaten, in een kooi, zeker 's nachts. Het doet iets met hun emotionele ontwikkeling... Want enkele maanden later, zien we diezelfde pup als puber met destructief gedrag, boosheid, frustratie. Een hond die letterlijk de boel afbreekt wanneer je niet komt opdagen. Het is de wonde die pijn doet: "De mensen die ik nodig heb, komen niet opdagen of laten me in de steek."


Ik weet het, niet zo'n leuke manier om ernaar te kijken. Ik wil dan ook alles behalve met mijn vingertje wijzen naar jou.


Ik wijs wel met een dikke vinger naar hoe ons 'denken' jarenlang beïnvloed is geweest, duaal geworden is. Waardoor we niet meer helder en instinctief kunnen zien/voelen en ervanuit gaan dat wat men ons zegt om te doen, oké blijft.


Het is niet oké.


Maar soms kan je ook niet anders, en dat is ook de realiteit! Meer later in dit artikel over "Wat kan je nu met deze info?"


Het huidige duale denken creëert blinde vlekken in de gedragstherapie


We weten dat wanneer we ons afgewezen voelen, verlaten zelfs, dan creëren we een 'coping mechanisme', een manier om met die emotionele pijn om te gaan. En dat is waar het fysieke vaak buigt naar gedrag. In plaats van diarree en ontstekingen, vertoont de hond plots destructief gedrag, geprikkeld gedrag, etc. Dat is helemaal niet zo onlogisch, onderzoek staaft dit.


Bijvoorbeeld door na te gaan wat de impact is van maternale verzorging (hoeveelheid interactie hebben moederhond en pup). Daaruit bleek dat een hogere interactie met elkaar een positief effect had (Foyer et al 2016):

  • Minder kans op de ontwikkeling van agressief gedrag

  • Meer kans op interactie met mensen

  • Meer kans op interactie met nieuwe objecten


Het omgekeerde werd ook vastgesteld. Maar puppy's die dus meer maternale zorg en interactie ontvingen, zouden meer exploreren, interactie met de omgeving hebben en minder stress-signalen laten zien in spannende situaties (Guardini et al 2016).


Daaruit kunnen we ook concluderen dat maternale zorg en interactie invloed kunnen hebben op het coping mechanisme van de hond in een verdere ontwikkelingsfase en dus ook op de emotionele reactie van een hond wanneer hij/zij stress ervaart.


Nog meer onderzoek...


70 volwassen honden, die tussen de 30 en 40 dagen oud (4-6 weken) van hun moeder en nestgenoten waren gescheiden en geadopteerd, werden vergeleken met 70 volwassen honden die op twee maanden (8 weken) uit het nest waren gehaald voor adoptie.


Eigenaren werd gevraagd een vragenlijst in te vullen over of hun hond mogelijk problematisch gedrag vertoonde in zijn gebruikelijke omgeving. De kans op het vertonen van destructief gedrag, overmatig blaffen, angstig gedrag tijdens wandelingen, reactief zijn op geluiden, bezitsdrang over speelgoed, voedselbezitsdrang en aandacht zoeken was significant groter bij de honden die op jongere leeftijd van het nest waren gescheiden.


"Veel gedrags- en sociale problemen die worden waargenomen bij volwassen honden kunnen worden beïnvloed door het te vroeg weghalen van puppy's bij hun moeder en nestgenoten."

Deze bevindingen geven aan dat, vergeleken met honden die 60 dagen (8,5 weken) bij hun sociale groep bleven, honden die eerder van het nest werden gescheiden meer kans hadden om mogelijk problematisch gedrag te vertonen, vooral als ze uit een dierenwinkel kwamen. Deze bevindingen wijzen er ook op dat vroege spening een nadelig effect heeft op het gedrag en suggereren dat uitgestelde spening een eenvoudige en goedkope manier is om het welzijn van miljoenen huisdieren aanzienlijk te verbeteren (Ahola en collega's 2017).


Inzetten op de omgang met en de omgeving van zwangere teefjes!


Een onderzoek uit 2019 toonde aan hoe verrijkte omgevingen voor moeders tijdens de zwangerschap epigenetische veranderingen bij hun nakomelingen veroorzaakten die verband houden met de hersencircuits die reageren op stress en serotoninebanen (onze belangrijkste kalmerende, plezier-, en "geluk" chemische circuits). Van Mattern en collega's 2019


Wat kan je nu met deze info?


Bij het kiezen van een nieuwe pup: ga voor een gezonde, gelukkige moederhond en kies karakter boven uiterlijk. Ga voor een fokker die de omgeving aanpast aan de zwangere hond, die je toelaat om op meerdere momenten contact te komen maken met de pup en die, als de moederhond dat wil/kan, de pup t.e.m. 10 tot 12 weken bij zich wil houden.


In de eerste weken na de thuiskomst van je nieuwe pup: Neem tijd en liefst dus ook enkele weken verlof. Ik hoef je agenda niet te bepalen maar bekijk het misschien een beetje zoals "bevallingsrust".

Het is een periode die je nadien niet meer terug krijgt, spendeer ze wijselijk.

Die verlofdagen zijn dan niet bedoeld om elke dag 30 plaatsen te gaan bezoeken onder het motto van "socialisatie" maar eerder om er gewoon te "zijn" voor de pup, te spelen, samen te ontdekken.


Het is zeker een meerwaarde dat je de pup elke dag een nieuwe uitdaging aanbiedt, wanneer die uitdaging stapsgewijs wordt opgebouwd en rekening houdt met de keuzevrijheden van je pup.

Deze periode draait vooral om het opbouwen van structuur en een nieuwe routine samen. Een fijne relatie opbouwen gebaseerd op speelse interactie, duidelijkheid en voorspelbaarheid, zowel in activiteit als in rust en grenzen.

Ook het even alleen blijven kan je hier rustig opbouwen. Dat voelt veel fijner aan voor je hond dan wanneer je op dag 2 al meteen een hele dag uit werken bent en je pup alleen achter blijft in een nog vreemde omgeving.


Bij het hebben van een jonge hond met gedragsproblemen of een medische geschiedenis:


  1. Ga na of je hond de nodige sociale interactie heeft met jou, ga je samen nog op ontdekking? Speel je met elkaar? Krijgt hij de aandacht die hij graag wil en vind je daar een evenwicht in?


    En hoe zit het met andere honden, vind hij het fijn om te spelen met anderen en zo ja, heeft hij een vriendenkring waar hij af en toe terecht kan? Ik ben grote voorstander van een vast clubje aan hondenvrienden waar je soms mee kan afspreken, één op één of in een groepje. Die vriendjes kunnen wel veranderen maar je hond constant blootstellen aan nieuwe honden vinden de meeste niet zo fijn. Dat zou te vergelijken zijn met wanneer jij als kind elke dag naar een andere school gestuurd zou worden. Je hebt ergens tijd nodig om met iemand een relatie op te bouwen en het spel ook op elkaar te kunnen afstemmen, vertrouwen op te bouwen.


  2. Ga na of je hond voldoende kwalitatieve rust krijgt (een pup slaapt gemiddeld 16 tot 18 uur per dag, een puberhond gemiddeld 14u per dag. Ze slapen in cycli (met een polyfasisch slaappatroon) dus niet zoals ons in 1 grote brok van 8u. Het is dus heel normaal dat jouw 's nachts eens wakker wordt of dat hij jouw nabijheid nodig heeft om écht in slaap te vallen.


  3. Spendeer je tijd met elkaar in de natuur? Een natuurlijke omgeving kan heel helpend zijn. De rust, de lucht, de geuren, de ondergrond, de vrijheid, ... We onderschatten welke positieve impact dit kan hebben op ons welzijn én dat van onze honden.


  4. Fysieke en mentale uitdaging: word je hond gestimuleerd, zowel fysiek als mentaal? Fysieke uitdagingen zitten hem niet alleen in het wandelen. Fysieke stimulatie heeft ook te maken met balans, zijn lichaam beter leren kennen en aanvoelen, kortere momenten van inspanning (zoals bij het spelen met een andere hond - dan zie je echt mooi die golven aan beweging).


    Mentale uitdaging kan op vele manieren: iets nieuw aanleren zoals bv. een handdoek brengen of een beertje in een doos leggen, een zoekopdracht (bv. zijn bal verstoppen), een zelfgemaakte puzzel met lekkers, een spoortje maken in de tuin, verstoppertje spelen...


Doorheen deze aandachtspunten zie je een rode draad en gaat het voornamelijk over jouw betrokkenheid en een gezonde investering (die kan er voor iedereen trouwens heel anders uitzien), net zoals dat bij kleine pupjes het geval is.

Wat ik vooral geleerd heb de afgelopen jaren van jonge dieren en kinderen, is dat je zoveel meer kan geven en investeren in de ander wanneer je dat ook bij jezelf leert doen! Geef jezelf dus wat je nodig hebt, investeer in jezelf , hou EERST van jezelf.

Zeker wanneer die investering in je hond nu heel zwaar voor je aanvoelt!

 

Een gedicht


We halen haar piepjong weg vanonder moeders vacht.

Met zelfverworven recht doen we kortstondig wat verzacht.


Alleen zo, zegt men, ontstaat de band tussen mens en dier.

En dan al is daar: gebrek aan tijd, aan ruimte of plezier.


De hond hongert naar hechting en "gedraagt" zich niet.

Onvoorwaardelijk samenzijn is wat haar mens niet ziet.


Annelies


 

EXTRA "kijktip": 


Oh ja, de komende jaren is drollen kijken je favoriete bezigheid! Hieronder een voorbeeld van hoe kak er het 'beste' uitziet. Dagelijkse afwijkingen kunnen ook beïnvloed worden door de hoeveelheid stress die je hond ervaren heeft. Zo komt het in het algemeen ook vaker voor dat honden plattere stoelgang maken op wandelingen (dat is niet meteen iets om je zorgen over te maken). Ook de geur vertelt jou iets, stoelgang die atypisch ruikt, kan duiden op een infectie of zelfs parasieten. De hoeveelheid protjes vertelt ook iets over hoe jouw hond zijn voeding verteert, een teveel aan gassen vraagt wellicht om een andere voeding. Meer daarover in mijn e-book "Voeding in de puberteit"!



 
 
 

Comments


bottom of page